Voortplanting
Met het echografietoestel worden de merries rectaal onderzocht. Er wordt gekeken naar de dikte van de baarmoederwand, de aanwezigheid van eventuele cystes en vooral de hoeveelheid van oedeem in de baarmoeder. Het baarmoederoedeem geeft een indicatie waar de merrie in de cyclus is. Het oedeem is maximaal op 1 tot 2 dagen vóór de ovulatie.
De eierstokken bevatten (rijpende) follikels. Er is meestal 1 dominante grote follikel die gaat uitrijpen en uiteindelijk gaat ovuleren: deze follikel moet opgevolgd worden. De maximale grootte van de follikel is per ras en per merrie verschillend. Verandert de follikel van vorm en consistentie? Dan is de kans groot dat de ovulatie binnen 12 tot 48 uur plaats vindt.
Het is belangrijk om te weten op welke manier het sperma getransporteerd wordt. Vers sperma heeft een levensduur van 48 uur, gekoeld sperma 24-48 uur en diepvries sperma heeft een levensduur van 12 uur.
Een merrie kan geïnsemineerd worden met (gekoeld) vers sperma vlak vóór de ovulatie. Volgens de standaardregels is de merrie goed hengstig, heeft ze een brede en slappe cervix (= baarmoedermond), verminderd oedeem van de baarmoeder, follikelgrootte van 40-50 mm en is de follikel zacht met eventuele vormverandering. De inseminatie met diepvries sperma moet vlak vóór of net na de ovulatie plaats vinden. Daarom worden deze merries bij voorkeur 2 tot 3 keer per dag gescand, afhankelijk van de mogelijkheden.
Op 14 tot 16 dagen na de inseminatie wordt de merrie gecontroleerd. De vrucht moet terug gevonden worden in de baarmoeder. Er wordt tevens gezocht naar een tweeling: tweelingdrachten dienen vermeden te worden! De complicaties bij paarden zijn te groot om het risico te nemen, de kans op een goede bevalling mét twee gezonde veulens is zeer klein.