Vaccinaties
Basisvaccinatie:
- Influenza: 1e vaccinatie op 6 maanden leeftijd en boostervaccinatie na 3 weken tot 3 maanden. Daarna jaarlijks herhalen.
- Tetanus: 1e vaccinatie op 6 maanden leeftijd en boostervaccinatie na 3 weken tot 3 maanden. Daarna jaarlijks herhalen.
-Influenza/tetanus vaccinatie is verkrijgbaar in 1 vaccin
Extra mogelijke vaccinaties:
- Rhinopneumonie oftewel EHV1/4: basisvaccinatie met 4-6 weken interval.
- Verkoudheidsvorm: 2x vaccineren per jaar.
- Abortusvorm: 3x vaccineren tijdens de dracht op 5 – 7 – 9 maanden dracht.
- Neurologische vorm: 2x vaccineren per jaar.
- Droes: 1e vaccinatie vanaf 4 maanden leeftijd en boostervaccinatie na 4 weken. Herhalingsvaccinatie: om de drie maanden.
- Schimmel (Insol ®): jaarlijks 2x vaccineren met een interval van 14 dagen.
Wedstrijdregelementen volgens de KNHS:
Artikel 47 – Controle op wedstrijddocumenten
3 a. De basisvaccinatie tegen influenza bestaat uit twee inentingen, die minimaal 21 en maximaal 92 dagen na elkaar moeten zijn toegediend. In de periode tussen deze twee entingen mag het paard niet op wedstrijden worden uitgebracht.
- Vervolgens dient jaarlijks de vervolgenting te zijn gegeven (voorbeeld: wanneer een paard op 1 maart 2010 is geënt, dan dient de vervolgenting op uiterlijk 1 maart 2011 plaats te vinden).
- Een vaccinatie dient minimaal zeven dagen voor de (eerste) wedstrijd(dag) te zijn toegediend.
- Vermeldingen van vaccinaties zijn uitsluitend geldig wanneer deze zijn voorzien van de sticker met het batchnummer van de entstof (of de vermelding van het serie/ batchnummer van de entstof ingeschreven door de dierenarts die de vaccinatie heeft toegediend), de datum van de enting en de handtekening en het (praktijk)stempel van de dierenarts, die de vaccinatie heeft toegediend.
- Wanneer de basisenting en de vervolgentingen voorheen in een afzonderlijk vaccinatieboekje zijn vastgelegd, dient de dierenarts de volgende tekst in het paardenpaspoort op te nemen: “the vaccination history of this horse/pony is correct. Last vaccination on: [datum]. Deze Engelse regel dient te zijn opgenomen in een FEI-paspoort. Voor paarden met een ander paspoort dan een FEIpaspoort, volstaat de regel in het Nederlands. Deze regel moet zijn afgetekend en afgestempeld door de dierenarts, ongeacht de taal waarin de regel is opgenomen. Voor paarden geboren in het jaar 2008 of daarna dienen zowel de basisenting als alle vervolgentingen in het paardenpaspoort te zijn vastgelegd.
(Bron: www.knhs.nl, geraadpleegd op 24-3-2020)
Voor FEI-wedstrijden geldt een extra vereiste:
- Herhalingsvaccinatie binnen 6 maanden + 21 dagen na de tweede basisvaccinatie.
Het kan zijn dat regels op kort termijn veranderen: houd altijd zelf de FEI en KNHS regelementen in de gaten!
Influenza
Dit griepvirus is zeer besmettelijk naar andere paarden. De overdracht gebeurt voornamelijk via de lucht. Indien veel paarden samen komen, bijvoorbeeld bij wedstrijden, dan raken veel paarden snel besmet. Paarden vertonen klachten van de bovenste luchtwegen, zoals hoesten en een snotneus. Bovendien ontwikkelen ze vaak (hoge) koorts met verminderde eetlust. Bacteriën kunnen betrokken raken, waardoor de klachten verergeren. Door regelmatig te enten worden klachten verminderd tot zelfs voorkomen.
De basisenting tegen influenza bestaat uit twee entingen. Na de eerste enting moet de tweede enting (= boostervaccinatie) na 3 weken tot 3 maanden herhaald worden. Pas na deze boostervaccinatie is het paard volledig beschermd. De influenza enting dient jaarlijks herhaald te worden om een goede bescherming te garanderen. Voor een goede bescherming van het veulen is het aan te raden om de drachtige merrie in de laatste 4 maanden te enten. Op deze manier krijgt het veulen voldoende antistoffen mee in de biest.
Tetanus
De tetanusvaccinatie is van levensbelang voor paarden. De bacterie Clostridium tetani treedt via een wond binnen in het lichaam. Deze bacterie scheidt een neurotoxine (= gifstof) uit, waardoor diverse spieren langzaam volledig verkrampen. Symptomen zijn stijfheid van de kauwspieren, stijfheid van het hoofd, hals en benen en het tevoorschijn komen van het derde ooglid. Het paard kan uiteindelijk stikken door het verkrampen van de ademhalingsspieren.
De basisenting tegen tetanus bestaat tevens uit twee entingen: net zoals bij influenza-vaccinatie wordt de boostervaccinatie ook na 3 weken tot 3 maanden herhaald. Meestal worden de influenza- en tetanusvaccinatie gecombineerd.
Rhinopneumonie
Rhinopneumonie oftwel Rhino wordt veroorzaakt door EHV1/4 (=Equine Herpesvirus). Het is een infectie in de bovenste luchtwegen, die verder verspreidt en drie verschijningen kan hebben:
- Verkoudheid
Paarden vertonen verminderde eetlust, neus uitvloei, koorts en gezwollen lymfeknopen. Vooral veulens en paarden met verminderde weerstand hebben een verhoogd risico. De ziekte verloopt meestal rustig zonder erge complicaties. Tegen deze vorm moet twee keer per jaar geënt worden. Aan te raden is om de gehele stal in één keer te enten (i.v.m. groepsimmuniteit). - Abortus
Het virus verplaatst zich in de drachtige merrie naar de placenta. De placenta raakt geïnfecteerd en het ongeboren veulen wordt ook aangetast. Het gevolg is het ontstaan van abortus of de geboorte van een zeer zwak veulen, die binnen enkele dagen overlijdt. Vaccineren is zeker mogelijk, maar het is niet 100% betrouwbaar. Abortus is niet altijd te voorkomen, een vaccin vermindert wel het risico. De vaccinatie wordt toegediend op 5, 7 en 9 maanden dracht.
- Aantasting van het zenuwstelsel
Deze vorm komt gelukkig minder vaak voor. Het zenuwstelsel raakt aangetast: het paard krijgt evenwichtsstoornissen. Het begint ter hoogte van de staart en achterbenen. Paarden kunnen in een verder stadium niet meer opstaan en door verlamming in de achterhand zijn ze niet meer in staat om te mesten en te urineren. De vaccinatie geeft geen volledige bescherming maar het zorgt wel voor een beperkte verspreiding in de groep.
Droes
Droes is een zeer besmettelijke ziekte door bacterie Streptococcus equi subspecies equi. Besmette paarden hebben een verhoogde temperatuur, zwellingen tot abcessen van de lymfeknopen, neus uitvloei met slijm en pus, hoesten en benauwdheid. Vooral jonge paarden hebben een vergroot risico. De enting wordt niet toegediend in de spier, maar in de slijmvliezen van de bovenlip. Paarden kunnen vanaf vier maanden leeftijd gevaccineerd worden. De basisvaccinatie bestaat uit twee vaccinaties met een interval van vier weken. De herhalingsvaccinatie kan om de drie maanden herhaald worden. Indien een uitbraak plaats vindt, geeft een herhalingsvaccinatie met drie tot zes maanden na de laatste vaccinatie, een snel herstel van de immuniteit. Het is aan te raden om alle paarden van één stal te vaccineren.
Schimmel
Paarden met (jaarlijkse) schimmelklachten kunnen nu ook gevaccineerd worden om de symptomen te voorkomen of te reduceren. De Insol®-vaccinatie bestaat uit twee entingen: na 14 dagen wordt de boostervaccinatie toegediend. In sommige ernstige gevallen is een derde injectie nodig, die toegediend wordt op twee weken na de tweede injectie. De vaccinatie kan ieder jaar herhaald worden met twee entingen met een interval van 14 dagen.