Röntgenfoto’s
Tijdens een röntgenologische keuring worden standaard 20 opnames gemaakt, van de hoeven tot de knieën. De botten en gewrichten dienen vrij te zijn van (ernstige) botveranderingen, breuken en OCD’s. OCD’s ontstaan door het verbenen van kraakbeen in een gewricht. Dit vindt met name plaats tot een leeftijd van 12 maanden. Het gewricht wordt zwakker en het is mogelijk dat het stukje bot rondzwerft in het gewricht met extra schade en ontsteking tot gevolg. Afhankelijk van de lokalisatie in het gewricht en de toekomst van het paard is een operatie al dan niet nodig. Normaal gezien vindt de OCD-screening plaats bij paarden op 18 maanden. Indien paarden op jongere leeftijd een of meerdere gezwollen gewrichten krijgen, dan is het aan te raden om eerder röntgenfoto’s te maken. Hoe jonger het paard is, des te beter herstelt het gewricht na een OCD-operatie.
Bij ernstige hoefbevangenheid is het aan te raden om röntgenfoto’s te maken, vooral bij het vermoeden van een hoefkanteling. Op röntgenfoto’s zijn kantelingen, verzakkingen en lipvorming van het hoefbeen zichtbaar. De graden van de kanteling zijn tevens te meten. Dit is handig naar herstel en prognose toe.
Dentale röntgenfoto’s zijn röntgenfoto’s van het gebit, zij worden voornamelijk gemaakt bij gecompliceerde gevallen zoals EOTRH (zie tandheelkunde) of kaakbreuken.
Echografie
Het echografietoestel wordt met name gebruikt in de voortplanting en orthopedie. In het voorjaar worden de merries voor de voortplanting dagelijks gescand om de follikel op te volgen, mits de merrie hengstig is. Zo kan het moment van ovulatie (= eisprong) bepaald worden om op het juiste moment te insemineren. Zowel de eierstokken als de baarmoeder zijn zichtbaar met echografie en verschillende structuren zijn te onderscheiden. Indien de merrie moeilijk drachtig wordt, kan met echografie de baarmoeder gecontroleerd worden op cystes en vrij vocht. Op 12 tot 16 dagen na inseminatie wordt de merrie gescand voor drachtcontrole. Een tweeling moet uiteraard vermeden worden.
Met echografie kunnen we tevens controleren op peesletsels. Met name letsels aan de oppervlakkige buiger, diepe buiger en tussenpees zijn zichtbaar met het echografietoestel. Door een goed beeld te krijgen van het letsel, is de behandeling en prognose beter in te schatten.